Wat is de betekenis van Afkondigen?

afkondigen - Werkwoord 1. (ov) openbaar maken, bijvoorbeeld van een beslissing ♢ Het edict werd de volgende dag afgekondigd. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en kondigen(werkwoord)

afkondigen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-kon-di-gen 1. het officieel bekend maken ♢ de nieuwe wet werd in de Staatscourant afgekondigd Regelmatig werkwoord: af-kon-di-gen ik kondig af (... ik afkondig)...

v., (ôf)kundigje, ôflêze, bikend meitsje.

...

(kondigde af, heeft afgekondigd), op de voorgeschreven of gebruikelijke wijze in het openbaar bekendmaken (wetten, verordeningen), hetzij door voorlezing of door aanplakking, door plaatsing in een Staatscourant, dagblad enz. ; aflezen van de kansel, aan de gemeente bekendmaken: dominee heeft afgekondigd dat er een collecte zal worden gehouden....

kondigde af, heeft afgekondigd; openbaarmaken, bekendmaken: een verordening afkondigen; geen wet is verbindend, zolang zij niet behoorlijk is afgekondigd.

('af) (kondigde af. heeft afgekondigd) openbaar bekendmaken : een wet -. Syn. ➝ aandienen. afkondiger m. (-s). afkondiging v. (-en). afkondigster v. (-s).

Afkondigen - ter kennis brengen van het algemeen; bekend maken van wetten, besluiten enz.

...