Wat is de betekenis van Afknotten?

2024-04-24
Asset Management begrippen

NVDO (2016)

Afknotten

1. Term die gebruikt wordt wanneer een dakpartij aan de bovenzijde wordt afgeplat, bv. een afgeknot schilddak of een afgeknotte molen (een molen zonder wiekgedeelte). Uiteraard zijn er ook afgeknotte bomen. 2. De uiteinden van balken enz. van de scherpe hoeken of kanten ontdoen.

2024-04-24
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

afknotten

op ongeveer 2 meter boven de grond inkorten van stammen van wilg, populier of es.

2024-04-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Afknotten

op ongeveer 2 m boven de grond inkorten van stammen van wilg, ook van populier en es, voor het hierop kweken van uitlopers, welke met korte omloop van b.v. 4 à 5 jaar worden gekapt voor poten, afrasteringspalen, brandhout of ander geriefhout.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afknotten

(knotte af, heeft afgeknot), 1. van een uitstekend deel, een punt of uiteinde ontdoen, het bovenste afkappen; — (een boom) snoeien, van de kruin en de takken ontdoen; — (bouwk.) de uiteinden van balken, ribben, palen enz. van de scherpe hoeken of kanten ontdoen door die schuins of rond te schaven, in de dwarste afkanten, afbiljoenen. Zi...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afknotten

knotte af, heeft afgeknot; van de kruin ontdoen; afstompen: een wilg afknotten; een balk, rib, paal afknotten; een afgeknotte kegel.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afknotten

('af) (knotte af, heeft afgeknot) 1. knottend verminken : bomen -. 2. afstompen : puntige voorwerpen -. 3. van de scherpe hoeken ontdoen : balken -. afknotter m. (-s). afknotting v. (-en).

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afknotten

Het begrip afknotten heeft 2 verschillende betekenissen: 1. afknotten - AFKNOTTEN, (knotte af, heeft afgeknot), afkappen; — (een hoorn) snoeien, van de kruin en de takken ontdoen; — afstompen (spitse of puntige voorwerpen); — (bouwk.) de uiteinden van balken, ribben, palen enz. van de scherpe hoeken of kanten ontdoen door die s...