Wat is de betekenis van afgrijselijk?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

afgrijselijk

afgrijzen opwekkend. afgrijzen opwekkend; hevige afkeer of angst inboezemend; in hoge mate afschuwelijk of verschrikkelijk. Voorbeelden: Kinderen zien veel tv en video waarop de meest afgrijselijke misdaden en moorden worden gepleegd. Meppeler Courant, 1994 Ik bad dat iets hem zou treffen: een plotselinge blindheid, een afgri...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgrijselijk

afgrijselijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. verschrikkelijk. Hij maakte laatst een afgrijselijke gebeurtenis mee. 2. erg lelijk Wat een afgrijselijke kleur is dat, zeg! afgrijselijk - Bijwoord 1. in hoge mate ...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afgrijselijk

afgrijselijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: af-grij-se-lijk 1. heel erg akelig, vies of lelijk ♢ ik vind die kleur afgrijselijk Bijvoeglijk naamwoord: af-grij-se-lijk ... is afgrijselijker dan ... ...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afgrijselijk

adj. & adv., ôfgryslik.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afgrijselijk

(af'chrijsələk) (-er, -st) [~ griezelen] bn. afgrijzen wekkend : een -e moord. Syn. afschuwelijk, afzichtelijk, akelig, gruwelijk, ijselijk, lelijk, naar, onuitstaanbaar, verschrikkelijk, vreselijk, walgelijk. Tgst. ➝ aanminnig. II. bw. 1. op een afgrijselijke wijze : schreeuwen. 2. zeer : dikwijls.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afgrijselijk

AFGRIJSELIJK, AFGRIJSLIJK, bn. en bw. (-er, -st), afschuwelijk, ijselijk, verschrikkelijk: een afgrijselijke moord; dat is afgrijselijk wreed; — versterkingswoord in de gemeenzame spreektaal: dat afgrijselijk dikwijls herhaald gevraag. AFGRIJSELIJKHEID, v. (...heden).