Wat is de betekenis van afgezaagd?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgezaagd

afgezaagd - Bijvoeglijk naamwoord 1. saai, alledaags, overbekend Hij doet wel erg afgezaagd werk. De man vertelt altijd afgezaagde grappen. afgezaagd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van afzagen Woordherkomst Voltooid de...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afgezaagd

afgezaagd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: af-ge-zaagd 1. het verveelt omdat het altijd zo gedaan of gezegd wordt ♢ hij had weer een afgezaagd verhaal Bijvoeglijk naamwoord: af-ge-zaagd ... is afgezaagder dan ......

2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Afgezaagd

niet meer aansprekend, versleten, uitgewerkt.

2024-03-29
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Afgezaagd

Van oudsher heeft men het werkwoord zagen niet slechts gebruikt in de letterlijke betekenis: doormiddel van een zaag een stuk hout in tweeën delen, maar ook in de figuurlijke: slecht op de viool spelen. Een muziekstuk noemde men afgezaagd, wanneer het op eentonige wijze - en dus vervelend ten gehore gebracht werd. Zo zei men vroeger ook: een l...

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgezaagd

bn. (-er, -st), zo dikwijls gezongen, behandeld of te pas gebracht, dat er het nieuwtje al lang af is; tot vervelens toe gebruikt en daardoor overbekend : een oud afgezaagd deuntje; een afgezaagd onderwerp ; afgezaagde denkbeelden, aardigheden.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afgezaagd

bn., tot vervelens toe gezongen, behandeld, gebruikt: een afgezaagd liedje, een afgezaagd onderwerp.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afgezaagd

1. ('af) bn. en bw. (-er, -st) tot vervelens toe gebruikt, behandeld, gezongen : een onderwerp. 2. (chə'za:cht) tw. en bw. ➝ afgedankt enz.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Afgezaagd

Eigenlijk wordt afgezaagd met minachting gezegd van een muziekstuk, dat men tot in het uiterste, d.i. tot vervelens toe, op de viool heeft hooren krassen, en waarvan men meer dan genoeg heeft. Het wordt echter alleen figuurlijk gebruikt, in toepassing op hetgeen het onderwerp van zingen, spreken of schrijven is, en dus in den zin van: zoo dikwijls...