afgezaagd
afgezaagd - Bijvoeglijk naamwoord 1. saai, alledaags, overbekend ♢ Hij doet wel erg afgezaagd werk. ♢ De man vertelt altijd afgezaagde grappen. afgezaagd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van afzagen Woordherkomst Voltooid de...
Wiktionary (2019)
afgezaagd - Bijvoeglijk naamwoord 1. saai, alledaags, overbekend ♢ Hij doet wel erg afgezaagd werk. ♢ De man vertelt altijd afgezaagde grappen. afgezaagd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van afzagen Woordherkomst Voltooid de...
Muiswerk Educatief (2017)
afgezaagd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: af-ge-zaagd 1. het verveelt omdat het altijd zo gedaan of gezegd wordt ♢ hij had weer een afgezaagd verhaal Bijvoeglijk naamwoord: af-ge-zaagd ... is afgezaagder dan ......
Dr. E. Schröder (1980)
Van oudsher heeft men het werkwoord zagen niet slechts gebruikt in de letterlijke betekenis: doormiddel van een zaag een stuk hout in tweeën delen, maar ook in de figuurlijke: slecht op de viool spelen. Een muziekstuk noemde men afgezaagd, wanneer het op eentonige wijze - en dus vervelend ten gehore gebracht werd. Zo zei men vroeger ook: een l...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: