afgesproken
afgesproken - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van afspreken
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., bij afspraak bepaald: de afgesproken plaats; — vooraf beraamd: afgesproken werk, spel, een doorgestoken kaart; II. tw., af gesproken! zo zijn we het eens, zo zal het gebeuren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
af'gesproken, 1. bn., bij afspraak bepaald: de afgesproken plaats; vooraf beraamd: afgesproken werk, spel, een door- gestoken kaart; 2. tw. afgesproken! zo zijn we het eens, zo zal het gebeuren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: