Wat is de betekenis van Afgesproken?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgesproken

afgesproken - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van afspreken

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afgesproken

adj., ôfpraet; — werk, trochstutsen kaert, wurk (it), opmakke mouwe.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgesproken

I. bn., bij afspraak bepaald: de afgesproken plaats; — vooraf beraamd: afgesproken werk, spel, een doorgestoken kaart; II. tw., af gesproken! zo zijn we het eens, zo zal het gebeuren.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afgesproken

af'gesproken, 1. bn., bij afspraak bepaald: de afgesproken plaats; vooraf beraamd: afgesproken werk, spel, een door- gestoken kaart; 2. tw. afgesproken! zo zijn we het eens, zo zal het gebeuren.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)