Wat is de betekenis van Afgeleefd?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgeleefd

afgeleefd - Bijvoeglijk naamwoord 1. oud en versleten Het afgeleefde huis kon maar moeilijk verkocht worden. Woordherkomst samenstelling van af en geleefd Synoniemen versleten

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afgeleefd

adj., út-, ôflibbe, to’n ein, yn (’e) ein, oan (’e) ein.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgeleefd

bn., 1. oud en zwak, uitgeput, krachteloos : een afgeleefde grijsaard; 2. door te sterk leven, door uitspattingen zijn krachten uitgeput hebbende.

Wil je toegang tot alle 8 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afgeleefd

bn., oud en zwak; een afgeleefde grijsaard, een afgeleefd paard; fig. de grijsaard, afgeleefd in iedre lust, ongevoelig.