Wat is de betekenis van afgelasten?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgelasten

afgelasten - Werkwoord 1. (ov) de opdracht geven om iets niet door te laten gaan In verband met de terroristische aanslag werd besloten alle wedstrijden af te gelasten. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en gelasten(werkwoord)

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afgelasten

afgelasten - regelmatig werkwoord uitspraak: af-ge-las-ten ... nog niet ingevuld ... Regelmatig werkwoord: af-ge-las-ten ik gelast af (... ik afgelast) jij/u gelast af (... jij afgelast) hij/zij gelast af (...

2024-03-29
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

afgelasten

(ov ww; gelastte af; h. afgelast) SP - (van een wedstrijd) niet laten doorgaan, bv. vanwege slechte weersomstandigheden: alle wedstrijden voor morgen zijn afgelast.

2024-03-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

afgelasten

(Iets) opheffen, afschaffen. In sommige kerken worden ook het zondagsevangelie en de lezingen op blaadjes aan elke aanwezige gegeven, maar er werd ook opgeworpen dat dit veel papier en veel drukwerk en veel opruiming vraagt na elke mis, en dat het juist hierom in enkele parochies werd afgelast, Kerk en Leven (ed. Boom) 13/4/1978. De belastin...

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgelasten

(gelastte af, heeft afgelast), door een tegenbevel afzeggen; — afcommanderen: de parade afgelasten.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afgelasten

gelastte af, heeft afgelast; een gegeven bevel herroepen: de parade afgelasten.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afgelasten

('af) (gelastte af, heeft afgelast) door een tegenbevel afzeggen : een voetbalwedstrijd -.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afgelasten

af'gelasten (gelastte af, heeft afgelast), door een tegenbevel afzeggen; afcommanderen: de wedstrijd afgelasten.