Wat is de betekenis van afgeladen?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

afgeladen

1. (1906) (Barg.) uitgeput. Syn.: afgeknoedeld*; afgepeigerd*. • Me niese is afgelajen. (Köster Henke: Boeventaal. 1906) • Afgelajen, (Barg.) af, op, afgetobd, uitgeput. (Fokke Bos: De vreemde woorden. Derde druk. 1955) 2. (1910) (Barg.) stomdronken. Eigenlijk: volgeladen, vol van drank. • "Hoe later in de avond,...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgeladen

afgeladen - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van afladen

2024-03-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

afgeladen

1. stomdronken: ENDT; 2. bekaf, afgetobd: Me niese is afgelajen, Boeventaal.

2024-03-29
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

afgeladen

Afgelaaien, dronken. Het WNT geeft reeds een citaat uit 193 2 (De Jong: Verdoolde). Zie ook aangeladen* en zich aflaaien*. Na al die ouwe rakkers hun handje te hebben geschud, drukte ik me porem en ging goed afgelaaien naar huis. Haring Arie: Recht voor z’n Raap. 1972

2024-03-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Afgeladen

stomdronken. Het WNT citeert hier als vroegste bron De Jong (Verdoolde, 1932). Misschien typisch Rotterdams? Opgenomen in de Rotterdamse woordenlijst Oudenaarden 1986, die het weer overnam uit de Haagse lijst van Van Gaaien en Van den Mosselaar. Zie ook zich aflaaien. Na al die ouwe rakkers hun handje te hebben geschud, drukte ik me porem en ging g...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgeladen

bn., 1. overvol (van voertuigen); 2.(Barg.) afgetobd.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afgeladen

een schip is afgeladen, als het zoveel lading heeft, dat de maximumdiepgang is bereikt; een matroos is afgeladen, aangeschoten.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afgeladen

n., 1. overvol (van voertuigen of zalen); 2. stomdronken.