Wat is de betekenis van affiliate?

2025-02-07
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

affiliate

(zelfstandig naamwoord) [alg.] medestander, bondgenoot - Trump verwachtte van de bondgenoten dat zij zijn Iranbeleid steunden. [ict] webrelatie, vriendenvoordeel - Als webrelatie kun je korting verwachten als jouw stek voldoende potentiële klanten oplevert.

2025-02-07
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Affiliate

I als lid opnemen; aansluiten; II zich aansluiten (bij to, with).

Gerelateerde zoekopdrachten