afdronk
afdronk - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afdrinken ♢... dat ik afdronk ♢... dat jij afdronk ♢... dat hij, zij, het afdronk
Wiktionary (2019)
afdronk - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afdrinken ♢... dat ik afdronk ♢... dat jij afdronk ♢... dat hij, zij, het afdronk
Auteur van o.a." Tot op de bodem" (2005)
Nuttig wijnjargon. ‘Had wat langer gemogen, niet?’ Of: ‘De afdronk zou wat mooier kunnen.’ Of: ‘Ja, jong nog, maar in de afdronk proef je al dat het goed zit.’ Je kunt het allemaal rustig zeggen, want veel kenners hebben wel hun mond vol over afdronk en lengte, maar letten er verder volstrekt niet op. Veel te druk met tellen hoe...
Harold Hamersma (2005)
De tijd dat een wijn na doorslikken of uitspugen nog te proeven is. Wordt bij sommige proefnotities in secondes aangegeven. Mooie uitdrukking tijdens een wijnproeverij als die secondes zich aaneen dreigen te rijgen tot een minuut of meer: 'Een talmende afdronk...’. 'Finish' en 'finale’mogen ook gebruikt worden. En wie in een poëtische bui is, kan d...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: