Wat is de betekenis van Afdoening?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afdoening

afdoening - Zelfstandignaamwoord 1. iets afmaken, iets volbrengen 2. een schuld afbetalen Woordherkomst afgeleid van Naamwoord van handeling afdoen met het achtervoegsel -ing Synoniemen [2] aflossing

2024-04-25
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Afdoening

Afdoening - het beëindigen van de handelszaken.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

afdoening

afhandeling.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afdoening

v. (-en), 1. het ten einde brengen van zaken : er komt maar geen afdoening van zaken ; — (beurst.) het afsluiten van handelszaken; 2. het voldoen ener schuld; 3. (Zuidn.) afneming : afdoening van het kruis, kruisafneming.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afdoening

v. -en, 1. het ten einde brengen van iets inz. van zaken; afdoening van zaken; 2. betaling: tot afdoening van schulden.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afdoening

v. (-en) het afdoen : de van een zaak; de van een oude schuld.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Afdoening

af'doening, v. (-en), 1. het ten einde brengen van zaken: er komt maar geen afdoening van zaken; het afsluiten van handelszaken; 2. het voldoen van een schuld; 3. gew. de afdoening van het kruis, de kruisafneming.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afdoening

AFDOENING, v. (-en), het ten einde brengen van zaken : er komt maar geene afdoening van zaken; — (beurst.) het afdoen van handelszaken; - — het voldoen eener schuld.