Wat is de betekenis van Afbeulen?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afbeulen

afbeulen - Werkwoord 1. heel hard werken Als de leiders in de wedstrijd op 80 procent van hun race zitten en het begint te miezeren in Drenthe, haalt de jury Yu uit de wedstrijd. Zo zijn eenmaal de regels, de organisatie heeft geen mededogen met een Japanner die al tien jaar op eigen kosten vanuit Japan naa...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afbeulen

afbeulen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-beu-len 1. meedogenloos afmatten, zware arbeid laten verrichten ♢ dat paard wordt afgebeuld door de boer Regelmatig werkwoord: af-beu-len ik beul af (... ik afbeul)...

2024-03-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

afbeulen

(wdk ww; beulde zich af; h. zich afgebeuld) SP - meedogenloos door zware en langdurige training of over grote wedstrijdinspanning geheel afmatten. • Ik heb vaak een nachtmerrie gehad: ik probeer te fietsen, beweeg wanhopig onophoudelijk mijn benen, maar kom geen centimeter vooruit. Zo voelde ik me in die koers naar Laureles. Ik beulde me af en toch...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afbeulen

v., ôfmartelje, (ôf)beune, ôfbeule, ôfbiizgje; zich —, jin ôfbealgje.