afbetalen
afbetalen - Werkwoord 1. (ov) uitgesteld in termijnen betalen ♢ We hebben de auto nu eindelijk afbetaald. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en betalen(werkwoord)
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlandstalige WikiWoordenboek
afbetalen - Werkwoord 1. (ov) uitgesteld in termijnen betalen ♢ We hebben de auto nu eindelijk afbetaald. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en betalen(werkwoord)
Nederlandse encyclopedie
afbetalen - af'betalen (betaalde af, heeft afbetaald). 1. afdoen, geheel voldoen (een schuld, een rekening, iemand); 2. in mindering betalen op een schuld of rekening: hoeveel is er op die schuld afbetaald?; (fig., een zedelijke schuld) boeten.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
(betaalde af, heeft afbetaald), 1. afdoen, geheel voldoen (een schuld, een rekening, iemand); 2. in mindering betalen op een schuld of rekening : hoeveel is er op die schuld afbetaald? — (fig., een zedelijke schuld) boeten; 3. (scheeps- en krijgsvolk) met gehele betaling van het verschuldigde uit de dienst ontslaan; 4. (fig.) voor vers...
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
betaalde af, heeft afbetaald; 1. betalen, wat men nog schuldig is; e. schuld afbetalen; 2. in mindering betalen; elke week een gulden afbetalen; 3. uitbetalen: het scheepsvolk afbetalen.
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Afbetalen - het bij gedeelten voldoen eener schuld; ook de eindbetaling, de laatste termijn, waarmee derhalve de schuld afgedaan is. Indien zulks niet is overeengekomen, kan de schuldeischer niet door den schuldenaar worden gedwongen met betaling bij gedeelten genoegen te nemen (artt. 1426,14413 B.W.). Anders bij wissels, waarvan gedeeltelijke beta...
Handelslexicon (1910) door J. Hagers
Afbetalen - het betalen van een gedeelte op de geheele verschuldigde som. De schuldenaar kan van den schuldeischer niet eischen, dat deze het verschuldigde bij gedeelten in ontvangst neemt.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
AFBETALEN (betaalde af, heeft afbetaald), afdoen, geheel voldoen (eene schuld, eene rekening, iemand); — in mindering betalen op eene schuld of rekening: hoeveel is er op die schuld afbetaald ? — ( fig. eene zedelijke schuld) boeten; — (scheeps- en krijgsvolk) met geheele betaling van het verschuldigde uit den dienst ontslaan;...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.