aesculaap
(17e eeuw) (< Lat.) (sch.) geneesheer. Ook wel: esculaap (< Fr. esculape). Het esculaapteken (een staf waar een slang omheen kronkelt) is het embleem van een geneesheer. Asciepius was de Griekse god van de geneeskunde. • Nu eens ontving me een æsculaap, Die door Latijnsche spreuken, Met kooksel van een vooze raap, Een waanziek en o...