adresboek
...
Wiktionary (2019)
adresboek - Zelfstandignaamwoord 1. een boek met alfabetisch en/of systematisch geordende adressen ♢ Hij was het adresboek kwijtgeraakt. Woordherkomst samenstelling van adres en boek
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
naslagwerk met alfabetisch of systematisch geordende adresgegevens van personen en/of instellingen.
Getty Research Institute (1990)
adresboek - Boeken die lijsten met huisadressen bevatten, meestal op alfabetische volgorde.
M. J. Koenen's (1937)
o. -en, boek, waarin de naam, de juiste woonplaats en ’t beroep van de inwoners ener stad te vinden zijn.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
alphabetische naamlijst met adres, beroep enz. der inwoners van een stad, van een land, van personen, die eenzelfde beroep of van firma’s, die eenzelfde bedrijf uitoefenen. Het eerste a. verscheen te Parijs in 1691. Behalve vele plaatselijke a. bestaan in Ned. o.a. het Alg. A. van Ned. voor Handel, Landbouw, Nijverheid en Verkeer, met medewer...
H.J. van Eyk (1916)
Boekwerk, bevattende alphabetisch gerangschikt de nair en, woonplaatsen en beroepen van de inwoners eener stad of van een streek ; ook wel van de adressen eener bepaalde categorie personen, woonachtig in een bepaalde streek bv. Industrieel adresboek voor Nederland.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
adresboek, o. (-en), boek met alfabetisch en/of systematisch geordende adressen, m.n. van de inwoners van een stad. De opgave van namen en adressen is in veel gevallen gecombineerd met gegevens van beroepen, terwijl ook firmanamen en namen van instellingen en organisaties worden opgenomen. Reeds in 1595 verscheen een primitief samengesteld adresboe...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: