Wat is de betekenis van Adellijk?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

adellijk

Het begrip adellijk heeft 2 verschillende betekenissen: 1) van adel. van adel, behorend tot de adel of eigen aan de adel of de edelen. 2) bestorven. langere tijd gerijpt, tot op het punt om tot bederf over te gaan; bestorven.

2024-04-19
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Adellijk

Adellijk betekent van adel ofwel tot de adel behorend. Oorspronkelijk berustte het adellijke op prestatie of beroep, maar vrijwel overal werd het erfelijk. In de Middeleeuwen speelde de adel in Europa een belangrijke rol in het leenstelsel en de ridderorden. De opkomst van het burgerdom, het invoeren van huurlegers en de uitvinding van het buskruit...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

adellijk

adellijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. (adel) van of behorende tot de adel Hij is lid van een adellijk geslacht. 2. (van vlees) op het punt om tot bederf over te gaan. Woordherkomst Afleiding van adel met het achtervoegsel -lijk.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

adellijk

adellijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: a-del-lijk 1. wie of wat tot de adel behoort ♢ mijn vrouw komt uit een adellijke familie Bijvoeglijk naamwoord: a-del-lijk de/het adellijke ... ...

2024-04-19
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Adellijk

Adellijk betekent natuurlijk: tot de adelstand behorend, handelend zoals het een edelman betaamt. Maar men bezigt het woord ook voor wildbraad dat iets te lang bewaard is en dat op het punt staat tot bederf over te gaan. In deze betekenis komt het woord pas in de 18de eeuw voor. In een geschrift van 1780 leest men: ‘Men verkiest in het Wild e...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Adellijk

adj., adellik, aedlik; (van wild) adellik, jonkerich; — worden (v. wild) jonkerje.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Adellijk

bn. en bw., 1. van adel: adellijke afkomst; —uit adellijk bloed gesproten, uit een oud-adellijke familie ; —er stroomt adellijk bloed door zijn aderen, hij is van ten dele adellijke geboorte; 2. zodanig als met de adelstand overeenstemt; de adellijke jicht (podagra), schertsend als aan hogere standen bijzonder eigen voor gesteld ; 3....

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

adellijk

bn., bw. 1. tot de adelstand behorende; een adellijke dame; van adellijk bloed, afkomst; 2. als met de adelstand overeenstemt, er aan betaamt; adellijke gewoonten; 3. van wild: onfris, op ’t punt tot bederf over te gaan: adellijk wild; adellijk ruiken.