Wat is de betekenis van addergebroed?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

addergebroed

(18e eeuw) (scheldw.) gemeen volk; gespuis. Betekent eigenlijk ‘(nest) jonge adders’. Het woord werd ontleend aan de Bijbel (naar Lucas 3:7). Johannes de Doper zou het volk dat naar hem kwam om gedoopt te worden, aangesproken hebben als adderengebroed(sels). • Zulk eene aanspraak was niet ongepast voor dat Addergebroedzel, waar teg...

2024-04-23
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

addergebroed

gemeen volk; gespuis. Betekent eigenlijk ‘(nest) jonge adders’. Het woord werd ontleend aan de Bijbel (naar Lucas 3:7). Johannes de Doper zou het volk dat naar hem kwam om gedoopt te worden, aangesproken hebben als adderengebroed(sels). Zie ook: gebroed.Zulk eene aanspraak was niet ongepast voor dat Addergebroedzel, waar tegen Joannes...

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Addergebroed

ADDERGEBROED, ADDERENGEBROED, ADDERENGEBROEDSEL, (dicht.) ADDERENBROED o. jonge adders; — (fig.) boosaardige menschen die door nijd en laster het geluk van anderen vergiftigen.

2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)