Wat is de betekenis van Actief?

2023-09-25
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

actief

Het begrip actief heeft 12 verschillende betekenissen: 1) geneigd tot handelen. geneigd tot handelen, werken of bezig-zijn. 2) werkzaamheden verrichtend. werkzaamheden of bezigheden verrichtend voor iets of iemand of op een bepaald gebied. 3) tewerkgesteld. in dienst; tewerkgesteld. 4) waarbij men handelt. waarbij men...

2023-09-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

actief

actief - Bijvoeglijk naamwoord 1. (druk) met iets bezig zijnde Hoe vaak bent u actief op het WikiWoordenboek? Veel mensen houden van een actieve vakantie waarin ze bewegen en een grote hoeveelheid culturele activiteiten ondernemen. actief...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over Actief?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

actief

actief - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ac-tief 1. waarbij iets gedaan wordt ♢ mijn vader is altijd erg actief in het weekend 1. in actieve dienst [in functie] 2...

2023-09-25
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

actief

(bn) (EGA-handicapsysteem)- (door een handicapspeler) in het afgelopen seizoen 4 of meer scores ingeleverd hebbend → jaarlijkse herziening.

2023-09-25
Financieel woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

actief

actief - Spreektaal voor de actiefzijde ofwel debetzijde van een bedrijfsbalans: dat deel waar de activa ofwel de bezittingen staan.

2023-09-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

actief

- iets op zijn actief hebben, iets op zijn naam hebben staan, gepresteerd hebben op een bepaald gebied. Het gerecht is ervan overtuigd dat de boeven niet alleen de streek van Heist-op-den-Berg als werkterrein hadden uitgekozen, maar dat ze ook elders in Vlaanderen diefstallen op hun actief hebben of nog wilden plegen. - GvA, 03-02-2003.

2023-09-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

actief

Actief is iets zelf doen; gebruik liever productief.

2023-09-25
Begrippenlijst drama

Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)

Actief

Zelf doende, productief Men onderscheidt drie facetten van (→) kunsteducatie: (→) actief, (→), receptief, (→) reflectief. De term ‘actief’ staat voor ‘het zelf werken’ met kunstzinnige middelen en/of technieken, actieve kunsteducatie. Onder ‘receptieve’ kunsteducatie worden die activiteiten begrepen, waarbij doelgroepen direct kennismaken met kunst...

2023-09-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Actief

(aktief) werkzaam; dienstdoend; bedrijvig; bedrijvend (taalk.)

2023-09-25
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Actief

Actief - initiatief nemend tot seks en de leiding hebbend in bed, al gebruikt in de jaren veertig en vijftig. Vroeger was het: ben je actief of passief? Dat is volkomen verkeerd natuurlijk, want een vrouw kan net zo goed actief zijn als een man, maar we zeiden dat zo voor het gemak. Dat zijn allemaal woorden voor het gemak. (Van Kooten Niekerk &...

2023-09-25
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Actief

1) bedrijvig, werkzaam; in dienst; actieve schulden: uitstaande schulden, vorderingen; actieve handel: uitvoerhandel van een natie met eigen voortbrengselen. 2) o., werkelijk vermogen, na aftrek der schulden,

2023-09-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Actief

werkzaam, spontaan, levendig, niet -passief;zie ook beweging.

2023-09-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Actief

adj. & adv., aktyf, warber; — zijn, der by wêze.

2023-09-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Actief

(<Fr.-Lat.), I. bn. (...ver, -st), 1. werkzaam in ’t alg.; in 't bijz.: werkzaam in zijn ambt, toegewijd en flink : deze ambtenaar is zeer actief; — (R.-K.) actieve orden, verenigingen van kloosterlingen die zich wijden aan onderwijs, liefdewerken enz. ; — actieve lucht, lucht welke veel nevelvormende bestanddelen .bevat;...

2023-09-25
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Actief

(Lat. activus = werkzaam; actie). Werkend, werkzaam; b.v. actieve stoffen, radio-actief.

2023-09-25
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Actief

Bezit dat er wezen moest.

2023-09-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

actief

Fr. (Lat. activus): I. bn.; actiever, actiefst: 1. werkzaam; de koopman was zeer actief; 2. in dienst, dienstdoende: de op nonactiviteit (of: op non-actief) gestelde officier is weer actief; nog: een officier in actieve dienst, werkelijke; het actieve leger, het veldleger; het actieve vermogen, de werkelijke bezittingen; een actief w.w., bedrijven...

2023-09-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

actief

werkzaam, bedrijvig.

2023-09-25
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Actief

werkend, handelend; staat tegenover passief = lijdelijk. Zoo kent men actieve en passieve bewegingen; actieve en passieve immunisatie (zie aldaar).

2023-09-25
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Actief

Wat het woord actief betekent, weet en voelt ieder. Actie betekent handeling, dus actief wil zeggen: handelend of vol handeling. De woorden „actie” en „actief” hebben ook nog een aantal andere betekenissen. Zo kan actie betekenen een eis, een rechtsvordering tegen een bepaald persoon. Men spreekt ook van een politieke actie:...