achterste
achterste - Zelfstandignaamwoord 1. (n) zitvlak, bips ♢ Hij viel wat ongelukkig op zijn achterste. 2. wie of wat het laatst in een rij is ♢ De achtersten werden het ergste getroffen door de aanval van de achtervolgers. achterste - ...
Wiktionary (2019)
achterste - Zelfstandignaamwoord 1. (n) zitvlak, bips ♢ Hij viel wat ongelukkig op zijn achterste. 2. wie of wat het laatst in een rij is ♢ De achtersten werden het ergste getroffen door de aanval van de achtervolgers. achterste - ...
Muiswerk Educatief (2017)
achterste - zelfstandig naamwoord uitspraak: ach-ter-ste 1. gedeelte van het lichaam waar je op zit ♢ pas op, of je krijgt een tik tegen je achterste! 2. wat aan de achterkant is ♢ mag ik het ac...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s.n., efterst (it), efterein (it) efterkertier (it), efterkedet, gat (it) brits, maers, ears, poepert, kont, (de, it) stompe ein; het blote —, de bleate; telkens zijn — opwippen, wipgatsje; 't — voor, efterstofoar(st), efterstobek.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. m., v. en o. (-n), degeen die, hetgeen dat het meest achteraan staat; — (spr.) de voorsten doen, wat de achtersten niet mogen, wie het eerste komt heeft veel voor; de voorsten maken, dat de achtersten niet in de kerk kunnen, dezelfde bet.; — (oneig.) laatste, minste in rang; II. o., 1. het achtereinde van enig voorw...
M. J. Koenen's (1937)
o. -n achtereinde van iets; zitvlak van personen en dieren; zegsw. het achterste voren (of: voor), glad verkeerd; het achterste tegen de krib zetten, zich heftig verzetten.
Jozef Verschueren (1930)
('achtərstə) (-n, -s) [sup. van achter] I. m. en v. 1. Algm. persoon die zich het achterst bevindt : de -n doen wat de voorsten niet durven. 2. Inz. achterste speler : de -n op het ➝ voetbalveld. - II. o. 1. Algm. achterste gedeelte : zijn hoed het voren of voor opzeilen; iets ’t voren of voor doen, glad verkeerd. 2. Inz. zitvlak...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
achterste - ach'terste, I. m./v. en o. (-n), degene die, hetgeen dat het meest achteraan staat; de voorsten doen, wat de achtersten niet mogen, wie het eerst komt heeft veel voor; de voorsten maken dat de achtersten niet in de kerk kunnen, dezelfde betekenis; (oneig.) laatste, minste in rang; ii. o., 1. het achtereinde van enig voorwerp. Dit komt v...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: