Wat is de betekenis van achterop?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achterop

achterop - Bijwoord 1. op de achterzijde of het achterdeel Hij reed met zijn vriendin achterop naar Leiden. 2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord achteroplopen: Nederland loopt nog steeds achterop, vergeleken met de buurlanden. ...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

achterop

achterop - bijwoord uitspraak: ach-ter-op 1. op de achterkant, op het achterste deel ♢ mag ik bij jou achterop zitten? 1. achterop raken [het tempo niet kunnen bijhouden] Bijwoord...

2024-03-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

achterop

(bw) - achter op (de bagagedrager van) de fiets: achterop zitten, achter een ander op (de bagagedrager van) dezelfde fiets zitten; hij nam hem achterop, bij zich achter op de fiets; (fig.) hij nam hem op sleeptouw.

2024-03-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

achterop

1. (bw.; ook:) in/op het achterste deel van een dorp, terrein, erf, lokaal enz. Tang , zei zijn moeder toen ze hem naar binnen zag lopen. Ik dacht al die tijd dat je weg was gegaan. Ik was achterop ma (Vianen 1972: 125). Er was nog een ploeg idioten in de klas, die flippers zaten achterop, de laatste rij evenwijdig aan de muur tegenover het bord. D...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achterop

adv., efterop; (ten achter), binefter.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterop

bw., aan de achterzijde op iets dat òf genoemd wordt, òf uit de zin of uit de omstandigheden moet opgemaakt worden: de lakei stond, sprong achterop, d.i. op het achterbankje van het rijtuig; achterop staan advertenties, op de achterzijde (van de omslag) van een drukwerk; — hij zit achterop, achter een ander...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achterop

bw. aan de achterzijde op iets: de knecht zat achterop, (rijtuig); wat je nu gaat doen, is achterop, a) verkeerd, b) leidt v. h. doel; ook in enkele scheidb. samenst.: achteropkomen, achteroplopen. Opm. Achter en op worden meestal niet aaneengeschreven:1. als op een beheersing bij zich heeft: hij stond achter op het rijtuig; met een lakei er achter...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achterop

(achtər'op) bw. 1. aan de achterzijde op iets: op het ros Beiaard zaten de vier Heemskinderen, de jongste zat -. 2. op weg bereikt hebbend : iemand zijn. 3. verkeerd : dat is -. 4. in minder gunstige toestand : raken. Opm. In scheidbare samenstellingen met werkwoorden betekent achterop : in de nabijheid van iemand die men tracht in te halen...