Wat is de betekenis van achterna?

achterna - Bijwoord 1. iemand of iets volgend ♢ Wij liepen hem achterna. Woordherkomst samenstelling van achter en na

achterna - bijwoord uitspraak: ach-ter-na 1. achter iets of iemand aan ♢ hij loopt haar nu al maanden achterna Bijwoord: ach-ter-na

adv., efternei, efteroan.

...

bw., 1. naderhand, later, achteraf; 2. van achteren na, iem. of iets volgend: hij er van door en ik hem achterna; meest in samenst. met ww. die aanduiden dat een handeling van een punt achter iem. of iets uitgaande in zijn richting plaats heeft. Daartoe behoren o.a. de volgende onz.: (iem. (3de nv.) achternahollen, -ijlen, -jagen, -kloss...

bw. 1. na afloop van iets, naderhand, later: hij kwam achterna nog met dat voorstel aan; 2. van achteren: als bw. van plaats inz. bij scheidbare ww. die, tenzij in fig. bet., samenst. met na versterken: iem. achternalopen, achternareizen enz., volgen al lopende enz.

(achtər'na;) bw. 1. achter iemand, met enige tussenruimte : hij liep hem -. Syn. achteraan. 2. na enig tijdsverloop, later : komen; er kwamen tegensprekende berichten. Syn. achteraf. Opm. Achterna vormt met werkwoorden scheidbare samenstellingen, waarin het tot versterking dient van na: achternareizen, reisde achterna, heeft achternagereisd.

achterna', bw., 1. naderhand, later, achteraf; 2. van achteren na, iemand of iets volgend: hij ervandoor en ik hem meest in samenst. met ww. die aanduiden dat een handeling van een punt achter iemand of iets uitgaande in zijn richting plaatsheeft, b.v. iemand (3e nv.) achternadraven, — fietsen, — hollen, — reizen, — rennen; iemand (4e nv.) achterna...

...