achterkleinkind
kind van een kleinkind. kind van een kleinkind van iemand; zoon of dochter van een kleinzoon of kleindochter. Voorbeelden: Nu we toch allemaal bij elkaar zijn, zei mijn vader, mogen ook de achterkleinkinderen niet ontbreken. R.J. Peskens, Twee vorstinnen en een vorst, 1976 Johanna Koeling, die twee kinderen heeft en sinds kor...