Wat is de betekenis van achterkleinkind?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

achterkleinkind

kind van een kleinkind. kind van een kleinkind van iemand; zoon of dochter van een kleinzoon of kleindochter. Voorbeelden: Nu we toch allemaal bij elkaar zijn, zei mijn vader, mogen ook de achterkleinkinderen niet ontbreken. R.J. Peskens, Twee vorstinnen en een vorst, 1976 Johanna Koeling, die twee kinderen heeft en sinds kor...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achterkleinkind

achterkleinkind - Zelfstandignaamwoord 1. (familie) het kind van iemands kleinkind Ik heb geen contact met mijn achterkleinkind. Woordherkomst samenstelling van achter en kleinkind

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

achterkleinkind

achterkleinkind - zelfstandig naamwoord uitspraak: ach-ter-klein-kind 1. kind van een kleinkind ♢ mijn oma heeft al vijftien achterkleinkinderen Zelfstandig naamwoord: ach-ter-klein-kind het achterkleinkind ...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achterkleinkind

s.n., efterbernsbern (it) oerpake-, oerbeppesizzer.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterkleinkind

o. (-ers, -eren).

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achterkleinkind

o. (-eren) kind van een kleinkind.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achterkleinkind

achterkleinkind, o. (-eren), kind van een klein kind.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)