Wat is de betekenis van achterkeuken?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

achterkeuken

bijkeuken. ruimte achter of naast een keuken, soms ook tussen een keuken en de schuur, die bedoeld is voor de plaatsing en opslag van zaken die men liever niet in het zicht heeft staan in de keuken, maar waarvoor de schuur ook minder geschikt is; bijkeuken. In sommige gevallen wordt de ruimte ook gebruikt om in te eten, te drinken of te s...

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

achterkeuken

(1974) (inf.) achterste, zitvlak. Syn.: achterdoos*. • (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1974) • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

achterkeuken

(NL) bijkeuken Ik herinner me de kleine achterkeuken waar op een middag de eerste wasmachine die ze in huis haalde, niet meer dan een trommel in wit email, me aan het schrikken bracht toen de centrifuge aansloeg, alsof dat apparaat zich ergerde aan mijn aanwezigheid. (Erwin Mortier, Gestameld liedboek) Belgisch-Nederlandse Standaard...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

achterkeuken

(de, -s) bijkeuken. Zo is het kelen van een schaap in een achterkeuken of op een binnenkoertje uit den boze. - HN, 08-02-2003. washok.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

achterkeuken

Bijkeuken; ook: washok. Living met open haard, keuken, achterkeuken, Reklaamblad 12/1/1977. Ook o.a.: Gents Adv. 12/8/1976. Limburg 31/8/1976. Klokske 27/4/1978.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achterkeuken

v. (-s), klein vertrek achter de kookkeuken; (Zuidn.) afwaskeuken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achterkeuken

('achtər) v. (-s) 1. Algm. klein vertrek achter de kookkeuken. 2. Inz. afwaskeuken.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achterkeuken

ACHTERKEUKEN, v. (-s), (gew.) klein vertrek.