Wat is de betekenis van achtbaar?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achtbaar

achtbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. respectabel Woordherkomst Naamwoord van handeling van achten met het achtervoegsel -baar

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Achtbaar

adj., achtber, earber, eabel.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achtbaar

bn. (-der, -st), (van personen en zaken) achting, eerbied wekkende; deftig, eerbiedwaardig; — eretitel voor overheidspersonen en aanzienlijke lichamen; achtbare meester, in de maconnerie; vgl. edelachtbaar, edelgrootachtbaar, edelhoogachtbaar.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achtbaar

bn.; achtbaarder, -st eerwaardig, deftig, eerbiedwaardig: het achtbaar bestuur.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achtbaar

('agdba:r) bn. (-der, -st) 1. achting wekkend: een man. Syn. → aanzienlijk. 2. eretitel voor overheidspersonen: het stadsbestuur. 3. eerbiedwaardig: het gebruik. achtbaarheid v.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achtbaar

achtbaar - acht'baar, bn. (-der, -st), (van personen en zaken) achting, eerbied wekkend; deftig, eerbiedwaardig; eretitel voor overheidspersonen en aanzienlijken.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achtbaar

ACHTBAAR, bn. (-der, -st), (van personen en zaken) achting, eerbied wekkende; deftig, eerbiedwaardig; — eeretitel voor overheidspersonen en aanzienlijke lichamen : achtbare meester, in de maçonnerie; vgl. edelachtbaar, grootedelachibaar, hoogedelachtbaar. ACHTBAARHEID, v. (...heden).

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Achtbaar

zie Aanzienlijk.