Wat is de betekenis van Abib?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

abib

abib - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) eerste maand van het jaar, in maart-april; oude benaming, later: nisan (4×: Ex. 13:4, 23:15, 34:18, Deut. 16:1) Woordherkomst Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie), letterlijk: 'korenaren' Verwante begrippen Hebreeuws (transcriptieversie): aviev

2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Abib

(Nisan), oudt. ie, thans 7e maand van Joodse kalender, waarin Pesach-(Paas-) feest.

2024-04-20
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Abib

of Nisan, eertijds de eerste maand van de Joodse kalender, naar tegenwoordige berekening echter de zevende; telt dertig dagen, waarvan de eerste dag gedurende de 20ste eeuw valt tussen 13 Mrt en 11 April. In deze maand begint op de veertiende het Pesach- of Paasfeest.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Abib

de 1e maand van het Hebreeuwsche godsdienstig jaar (Ex. 12.2). Beantwoordt aan de na-exilischen maand Nisan. Komt ongeveer overeen met Maart-April van onze tijdrekeing.

2024-04-20
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Abib

Eigenlijk „aar”, d. i. arenmaand, de eerste maand van het Israëlietische jaar (Nehem. 2:1; Esth. 3 : 7), Nisan (zooveel als bloeimaand) genoemd, de maand, in welke Israël uit Egypte trok (Exod. 12 : 2; 13 : 4; 23 : 15; 34 : 18). Zij komt overeen met einde van Maart of begin van April en heeft 29 dagen. Haar begin regelt zich n...

2024-04-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Abib

Abib - (Hebr.), zie MAANDNAMEN.