Wat is de betekenis van abandon?

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

abandon

(zelfstandig naamwoord) [maritiem] zie: Frans, geen Engels

2024-04-26
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

abandon

abandon: Frans voor opgave.

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Abandon

[Fr., van mettre à bandon = overleveren aan de rechtsmacht van een ander] 1 het afstand doen van iets, overgeven aan een ander; 2 het zichzelf overgeven (aan een neiging), vandaar ook: willekeur; 3 toestand van verlatenheid; 4 losheid van gedrag (in gunstige zin).

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Abandon

het afstand doen van; verlatenheid

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Abandon

o., overgave, afstand, verlatenheid, recht van afstand,

2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Abandon

1.(aan zijn lot) overlaten, verlaten, prijsgeven, opgeven, loslaten; abandon oneself to, zich overgeven aan. 2. losheid, ongedwongenheid.

2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Abandon

’t afstand doen, 't in de steek laten (bij verzekering).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Abandon

(Fr.), o., 1. afstand, overgave; inz. (zeev.) afstand van het schip en de vrachtpenningen, door de reder gedaan bij notariële akte, waardoor hij zich bevrijdt van zijn wettelijke aansprakelijkheid voor de handelingen en daden des schippers; zie ook Abandonnement; 2. verlatenheid, hulpeloze toestand.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Abandon

recht van een reder om zich van aansprakelijkheid voor daden van zijn kapitein te ontdoen door schip en op reis verdiende vrachtgelden aan schuldeisers af te staan. In Ned. 1927 afgeschaft.