abandon
(zelfstandig naamwoord) [maritiem] zie: Frans, geen Engels
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr., van mettre à bandon = overleveren aan de rechtsmacht van een ander] 1 het afstand doen van iets, overgeven aan een ander; 2 het zichzelf overgeven (aan een neiging), vandaar ook: willekeur; 3 toestand van verlatenheid; 4 losheid van gedrag (in gunstige zin).
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
1.(aan zijn lot) overlaten, verlaten, prijsgeven, opgeven, loslaten; abandon oneself to, zich overgeven aan. 2. losheid, ongedwongenheid.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), o., 1. afstand, overgave; inz. (zeev.) afstand van het schip en de vrachtpenningen, door de reder gedaan bij notariële akte, waardoor hij zich bevrijdt van zijn wettelijke aansprakelijkheid voor de handelingen en daden des schippers; zie ook Abandonnement; 2. verlatenheid, hulpeloze toestand.
Winkler Prins (1949)
recht van een reder om zich van aansprakelijkheid voor daden van zijn kapitein te ontdoen door schip en op reis verdiende vrachtgelden aan schuldeisers af te staan. In Ned. 1927 afgeschaft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: