Wat is de betekenis van Abaddon?

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Abaddon

(Hebr.) verdelger, verwoester; ook: ondergang, onderwereld.

2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Abaddon

(Hebr.): verderf, vernietiging, gebruikt als dichterlijke benaming van het schimmenrijk. Bij de Rabbijnen: de hel. In Openb. Joh.: Engel des Verderfs (Gr.: Apoüyon).

2024-04-20
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Abaddon

is een Hebreeuws woord, dat de betekenis heeft van verderf, vernietiging en tevens gebezigd wordt (in het boek Job, in Psalm 88 : 12 enz.) als dichterlijke benaming van het schimmenrijk („de plaats der vertering”) naast Sjeool. Bij de Rabbijnen is het een der namen van de hel. In de „Openbaring van Johannes” komt het voor al...

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Abaddon

Hebr., beteekent verderf, vernietiging; dichterlijke benaming van het schimmenrijk naast scheool ; bij de rabbijnen, benaming van de hel. In de Openbaring van Johannes komt het voor in de beteekenis van Engel des Verderfs (Grieksch : Apollyoon). Aba donna beteekent bij Klopstock (in den Messias) eveneens : Engel des Verderfs.

2024-04-20
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Abaddon

Een Hebreeuwsch woord, in het Grieksch door Apollion vertaald. Oorspronkelijk beteekent het verderf, verdoemenis, ondergang; verder doodenrijk, onderwereld (Ps. 88 : 12; Job 26 : 6; 28 : 22; Spr. 15 : 11). In Openb. 9 : 11 duidt het een persoonlijken verderver, verwoester aan, en wel een uit de afgevallen geestenwereld. Hij heet de engel des afgron...

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Abaddon

Abaddon [Hebr., verderf], in het boek Job (28,22), de Psalmen en de Spreuken de (vaak gepersonifieerde) onderwereld. In het NT de engel des afgronds, in het Grieks Apollyon genaamd (Openb. 9,11). De beide namen behoren tot de apocalyptische terminologie.

2024-04-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Abaddon

Abaddon - (Hebr.), verderf, ondergang, het doodenrijk (Job 26 : 6, Spr. 15 : 11). In Openb. 9 : 11 wordt de engel des afgronds aldus genaamd, met bijvoeging van zijn Griekschen naam: Apollyon d.i. verderver.

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

abaddon

abaddon - m. (Hebreeuwsch) verdelger, verwoester ; ook :ondergang, onderwereld.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Abaddon

Hebr., verderf, in het O. T.: het doodenrijk of de hel (Job 26 : 6, Spr. 15: 11). In Openb. 9: 11 wordt de engel des afgronds aldus genaamd, met bijvoeging van zijn Griekschen naam: Apollyon d. i. verderver. In de rabbijnsche sagen beteekent Abaddon den diepsten afgrond der hel.

Gerelateerde zoekopdrachten