Abaddon
(Hebr.) verdelger, verwoester; ook: ondergang, onderwereld.
Winkler Prins (1949)
(Hebr.): verderf, vernietiging, gebruikt als dichterlijke benaming van het schimmenrijk. Bij de Rabbijnen: de hel. In Openb. Joh.: Engel des Verderfs (Gr.: Apoüyon).
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is een Hebreeuws woord, dat de betekenis heeft van verderf, vernietiging en tevens gebezigd wordt (in het boek Job, in Psalm 88 : 12 enz.) als dichterlijke benaming van het schimmenrijk („de plaats der vertering”) naast Sjeool. Bij de Rabbijnen is het een der namen van de hel. In de „Openbaring van Johannes” komt het voor al...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Hebr., beteekent verderf, vernietiging; dichterlijke benaming van het schimmenrijk naast scheool ; bij de rabbijnen, benaming van de hel. In de Openbaring van Johannes komt het voor in de beteekenis van Engel des Verderfs (Grieksch : Apollyoon). Aba donna beteekent bij Klopstock (in den Messias) eveneens : Engel des Verderfs.
F.W. Grosheide (1926)
Een Hebreeuwsch woord, in het Grieksch door Apollion vertaald. Oorspronkelijk beteekent het verderf, verdoemenis, ondergang; verder doodenrijk, onderwereld (Ps. 88 : 12; Job 26 : 6; 28 : 22; Spr. 15 : 11). In Openb. 9 : 11 duidt het een persoonlijken verderver, verwoester aan, en wel een uit de afgevallen geestenwereld. Hij heet de engel des afgron...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Abaddon [Hebr., verderf], in het boek Job (28,22), de Psalmen en de Spreuken de (vaak gepersonifieerde) onderwereld. In het NT de engel des afgronds, in het Grieks Apollyon genaamd (Openb. 9,11). De beide namen behoren tot de apocalyptische terminologie.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Abaddon - (Hebr.), verderf, ondergang, het doodenrijk (Job 26 : 6, Spr. 15 : 11). In Openb. 9 : 11 wordt de engel des afgronds aldus genaamd, met bijvoeging van zijn Griekschen naam: Apollyon d.i. verderver.
J. Kramer (1908)
Hebr., verderf, in het O. T.: het doodenrijk of de hel (Job 26 : 6, Spr. 15: 11). In Openb. 9: 11 wordt de engel des afgronds aldus genaamd, met bijvoeging van zijn Griekschen naam: Apollyon d. i. verderver. In de rabbijnsche sagen beteekent Abaddon den diepsten afgrond der hel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: