Wat is de betekenis van aasvlieg?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

aasvlieg

bromvlieg die bij aas leeft. bromvlieg die haar eieren legt in vleesresten omdat de larven zich uitsluitend met vlees voeden. Voorbeelden: Een jonge egel heeft opgerold ongeveer het formaat van een tennisbal. Vooral bij warm weer kunnen ze dan erg snel belaagd worden door aasvliegen. Deze zetten eierpakketjes op de egel af. Deze kome...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aasvlieg

aasvlieg - Zelfstandignaamwoord 1. bepaalde vlieg die op kadavers eieren legt Woordherkomst samenstelling van aas en vlieg

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Aasvlieg

Hieronder verslaat men tamelijk grote en opvallende, sterk borstelig behaarde, grijze vliegen, die in een groot aantal soorten voorkomen. De larven voeden zich van vlees en cadavers. Vele soorten worden gerekend tot het gesl. Sarcophaga.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aasvlieg

v. (-en), vlieg die haar eieren op vlees of aas legt, blauwe en grijze vleesvlieg (Musea vomitoria en carnaria).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aasvlieg

v. -en, volksbenaming van enige vliegensoorten inz. van de blauwe of grijze vleesvlieg, die haar eieren op vlees of op aas legt; Lat. calliphora erythrocephala.

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Aasvlieg

eenige vliegen soorten, waarvan de larven in → aas leven

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aasvlieg

(’a:s) v. (-en) vlieg die haar eieren op aas of vlees legt.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aasvlieg

aasvlieg - aas'vlieg, v./m. (-en), vlieg die haar eieren op vlees of aas legt: blauwe en grijze vleesvlieg (Musca vomitoria en M. carnaria).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Aasvlieg

Aasvlieg - zie BROMVLIEG.