Wat is de betekenis van Aardaker?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aardaker

aardaker - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Lathyrus tuberosus De aardaker is een plant uit het geslacht Lathyrus. Woordherkomst samenstelling van aard en aker

2024-04-25
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

AARDAKER

(→ Lathyrus tuberósus). Vlinderbloemige plant met helderrode bloemen. Werd op zeer beperkte schaal onder gerst en tarwe (en ook wel apart) verbouwd om zijn knolletjes, die als een lekkernij werden gewaardeerd. De knolletjes zijn zo groot als hazelnoten. Zij zouden ook voor het branden van koffiesurrogaat zijn gebruikt; de Zeeuwse...

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Aardaker

Lathyrus tuberosus L., lam. Papilionaceae. Overblijvende plant met helderrode bloemen, die vroeger wel gekweekt werd om de eetbare knolletjes. Wordt meestal aangetroffen op wegbermen en aan akkerranden op rivier- en zeeklei, kan daar echter ook onkruid zijn. Bloeitijd: eind Juni-Aug.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aardaker

s., (ierd)aker

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aardaker

m. (-s), 1. eetbare knolwortel ener peuldragende plant (Lathyrus tuberosus), die als onkruid in de bouwlanden voorkomt en slechts bij uitzondering aangekweekt wordt, ook aardeikel, aardnoot (of eenvoudig noot), aardamandel, akkernoot en aardmuis of muisjes met staartjes geheten; 2. de genoemde plant zelf;— 3...

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Aardaker

(Lathyrus tuberosus), overblijvende vlinderbloemige, die in Nederland in ’t wild groeit op gras- en bouwland; bloeit Juni-Aug. met rode welriekende bloemen. De wortelstok vormt zwarte knollen, zo groot als hazelnoten, die bijna 20% zetmeel bevatten en, gekookt, gegeten worden.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aardaker

m. -s (vlinderbloemige plant met eetbare wortelknollen; Lat. lathyrus tuberosus).

2024-04-25
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Aardaker

Wortelknol van een vlinderbloemige plant, lathyrus tuberosus, welke als onkruid in bouwland voorkomt en ook soms gekweekt wordt (de notenboeren op Overflakkee). Aardakers hebben een zwarte kleur en worden wel muisjes met staartjes genoemd. De Geldersche (wilde) aardakers zijn kleiner, maar zoeter dan de gekweekte. Vroeger werden aardakers algemeen...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Aardaker

op klei groeiend onkruid met welriekende roode bloemen en wortelstok met eetbare, langwerpige knollen.