aanziend
aanziend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanaanzien
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., (wapenk.): een aanziend man, een aanziende gekroonde helm, vlak van voren gezien (getekend) ; een half aanziende helm (trois quarts); — twee elkander aanziende gouden leeuwen, naar elkander ziende» toegewend (ook van wassenaars of halvemanen gezegd).
Nu slechts 21,95!
M. J. Koenen's (1937)
bn. (i. d. wapenkunde): twee -e leeuwen, met de beide ogen naar den beschouwer gekeerd, of elkaar aankijkend.
Jozef Verschueren (1930)
('a:n) bn. Wapenk. de beschouwer aanziend.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aanziend - bn., (wapenkunde): een — man, een aanziende gekroonde helm, vlak van voren gezien (getekend) ; twee elkaar aanziende gouden leeuwen, naar elkaar ziende, toegewend (ook van wassenaars of halvemanen gezegd).
J.H. van Dale (1898)
AANZIEND, bn. (wapenk.) in goud een aanziend man, een aanziende gekroonde helm, vlak van voren gezien (geteekend); een half aanziende helm; — in keel twee elkander aanziende gouden leeuwen, naar elkander ziende, toegewend (ook van wassenaars of halvemanen gezegd).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.