Wat is de betekenis van aanziend?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanziend

aanziend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanaanzien

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanziend

bn., (wapenk.): een aanziend man, een aanziende gekroonde helm, vlak van voren gezien (getekend) ; een half aanziende helm (trois quarts); — twee elkander aanziende gouden leeuwen, naar elkander ziende» toegewend (ook van wassenaars of halvemanen gezegd).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanziend

bn. (i. d. wapenkunde): twee -e leeuwen, met de beide ogen naar den beschouwer gekeerd, of elkaar aankijkend.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanziend

('a:n) bn. Wapenk. de beschouwer aanziend.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanziend

aanziend - bn., (wapenkunde): een — man, een aanziende gekroonde helm, vlak van voren gezien (getekend) ; twee elkaar aanziende gouden leeuwen, naar elkaar ziende, toegewend (ook van wassenaars of halvemanen gezegd).

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Aanziend

AANZIEND, bn. (wapenk.) in goud een aanziend man, een aanziende gekroonde helm, vlak van voren gezien (geteekend); een half aanziende helm; — in keel twee elkander aanziende gouden leeuwen, naar elkander ziende, toegewend (ook van wassenaars of halvemanen gezegd).

Gerelateerde zoekopdrachten