Wat is de betekenis van aanzetsel?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanzetsel

o. (-s), 1. aangezet stuk; 2. voorsprong of nok aan een metalen voorwerp ; 3. droesem, moer, neerslag, bezinksel: die flessen zitten vol aanzetsel; aanzetsel in de loop van een geweer, kruitslijm ; — aankorsting (bij licht aangebrande spijzen).

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Aanzetsel

Ketelsteen en slib, ontstaan respectievelijk uit opgeloste en zwevende deeltjes in het ketelwater.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanzetsel

o. -s (aanzetstuk; neerslag, bezinksel): - in een stoomketel, ketelsteen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanzetsel

('a:n) o. (-s) I. [aanzetten I 4] 1. Eig. wat ergens aangezet wordt: naai dat aan 2. Metf. voorsprong aan een voorwerp, door afvijling enz. verkregen, dat zich als een aanzetsel voordoet II. [aanzetten II 2] aangezette ketelsteen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanzetsel

aanzetsel - o. (-s), 1. aangezet stuk; 2. voorsprong of nok aan een metalen voorwerp; 3. droesem, moer, neerslag, bezinksel; aankorsting (bij licht aangebrande spijzen).

2024-04-19
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Aanzetsel

Aanzetsel - droesem, moer, neerslag of bezinksel, indien in eenigszins belangrijke hoeveelheid ontstaan.

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanzetsel

Aanzetsel - o. (-s), aangezet stuk (vrouwelijke handwerken); voorsprong of nok aan een metalen voorwerp; droesem, moer, neerslag, bezinksel: die flesschen zitten vol aanzetsel, afgescheiden wijnsteen; het aanzetsel in den loop van een geweer, het kruit-slijm; neerslag van ketelwater; aankorsting (bij licht aangebrande spijzen).

Gerelateerde zoekopdrachten