aanwippen
...
Wiktionary (2019)
aanwippen - Werkwoord 1. ergatief kort bezoeken ♢ Toen ze toch in de buurt waren kwamen ze even aanwippen. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en wippen(werkwoord)
Van Dale Uitgevers (1950)
(wipte aan, is aangewipt), alleen in bij iemand (komen) aanwippen, in ’t voorbijgaan hem een kort bezoek brengen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aanwippen - (wipte aan, is aangewipt), alleen in bij iemand (komen) —, in het voorbijgaan hem een kort bezoek brengen.
J.H. van Dale (1898)
Aanwippen - (wipte aan, is aangewipt), bij iemand aanwippen, in 't voorbijgaan hem een zeer kort bezoek brengen; sterker, hooger wippen (met de wipplank).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: