Wat is de betekenis van aanwippen?

2024-09-08
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-09-08
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanwippen

aanwippen - Werkwoord 1. ergatief kort bezoeken Toen ze toch in de buurt waren kwamen ze even aanwippen. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en wippen(werkwoord)

2024-09-08
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanwippen

v., oanwippe; even bij iem. efkes by immen oanrinne, ynkypje, ynsjen, oansjen.

2024-09-08
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanwippen

(wipte aan, is aangewipt), alleen in bij iemand (komen) aanwippen, in ’t voorbijgaan hem een kort bezoek brengen.

2024-09-08
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanwippen

(wipte aan, is aangewipt) terloops kort aangaan : hij kwam maar even -.

2024-09-08
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanwippen

aanwippen - (wipte aan, is aangewipt), alleen in bij iemand (komen) —, in het voorbijgaan hem een kort bezoek brengen.

2024-09-08
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press

2024-09-08
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanwippen

Aanwippen - (wipte aan, is aangewipt), bij iemand aanwippen, in 't voorbijgaan hem een zeer kort bezoek brengen; sterker, hooger wippen (met de wipplank).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-09-08
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)