Wat is de betekenis van aanwinnen?

...

aanwinnen - Werkwoord 1. (ov) gebiedswinst boeken door verlanding ♢ Daarbij werd ze uitstekend geholpen door Sliedrechters die op genoemde oever voortdurend land aanwonnen voor riet- en griendcultuur. 2. (ov) iets nieuws verwerven ♢ Zij wonnen daardoor veel n...

van land. Het bedijken van land, zodat gronden, die voorheen met water bedekt waren, thans voor de landb. gebruikt kunnen worden (z. Landaanwinning).

(won aan, heeft aangewonnen), 1. bij reeds bestaand bezit verwerven; — land aanwinnen, nieuwe grond verkrijgen door droogmaking of aanwas; 2. (w. g.) kinderen aanwinnen, verwekken; 3. (abs.) toenemen (in grootte, waarde, kennis enz.).

won-, h. -gewonnen (1 in zijn bezit brengen; 2 in enig opzicht toenemen): 1 leden -; land -, verkrijgen door aanslibbing; 2 - in kracht; -winning, v. -en.

aan’winnen - (won aan, heeft aangewonnen), 1. bij reeds bestaand bezit verwerven; land -, nieuwe grond verkrijgen door droogmaking of aanwas; 2. (abs.) toenemen (in grootte, waarde, kennis enz.),

Aanwinnen - (van land), door drooglegging, aanwas, aanslibben, nieuwen grond verkrijgen.

Aanwinnen - (won aan, heeft aangewonnen), in zijn bezit brengen; als eigendom verkrijgen; - land aanwinnen, nieuwen grond verkrijgen door aanspoeling, droogmaking of aanwas; - kinderen aanwinnen, verwekken; toenemen (in kennis, gezondheid, grootte). AANWINNING, v. (-en), het aanwinnen, vooral van land.