Wat is de betekenis van aanwijsbaar?

2024-12-06
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-06
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanwijsbaar

aanwijsbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. aantoonbaar De leraar wees de leerling op duidelijk aanwijsbare fouten in het proefwerk. Woordherkomst Naamwoord van handeling van aanwijzen met het achtervoegsel -baar.

2024-12-06
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanwijsbaar

aanwijsbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: aan-wijs-baar 1. wat aangewezen kan worden ♢ de fout is aanwijsbaar 2. wat bewezen kan worden ♢ er is aanwijsbaar gefraudeerd Bijvoeglij...

2024-12-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanwijsbaar

bn., wat aangewezen kan worden af te keuren voor aantoonbaar.

2024-12-06
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanwijsbaar

(a:n'wijzba:r) bn. (...bare) kunnende aangewezen worden: een ...bare fout.

2024-12-06
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanwijsbaar

Aanwijsbaar - bn. wat aangewezen kan worden.

2024-12-06
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)