Wat is de betekenis van aanvatten?

2024-09-11
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-09-11
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanvatten

aanvatten - Werkwoord 1. aanpakken. 2. ondernemen. aanvatten - Werkwoord 1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanvatten ♢... dat wij aanvatten ♢... dat jullie aanvatten ♢... dat zij aanvatten Woordherkomst samenst...

2024-09-11
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

aanvatten

beginnen, starten (formeel) Ter plaatse start het evenement al om 13 uur, de televisie-uitzending vat aan om 13.30 uur. (De Standaard) In Algemeen Nederlands is het werkwoord 'aanvatten' transitief: je kunt alleen 'iets' aanvatten. In Belgisch-Nederlands wordt het soms gebruikt als synoniem voor 'een...

2024-09-11
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

aanvatten

(vatte aan, aangevat) in België veel algemener: aanpakken, beginnen, starten. We hadden geen ronkende naam om op terug te vallen en onze verkopers staken enorm veel tijd in prospectie, een taak die ze na elk project ook weer opnieuw moesten aanvatten. - FET, 07-02-2003.

2024-09-11
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

aanvatten

(Iets) beginnen, starten, aanpakken enz. In Beerschotkringen fronste men eens de wenkbrauwen toen Looi met drie aanvallers de negentig minuten aanvatte, Limburg 30/8/1976. Daarbij is het niet eenvoudig, om als enige vrouwelijke minister van een regering zijn ambtstermijn aan te vatten in wat officieel «jaar van de vrouw» werd be...

2024-09-11
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanvatten

v., oanpakke, beetpakke, beetkrije, oanfetsje.

2024-09-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanvatten

(vatte aan, heeft aangevat), 1. met een omsluitende greep, hetzij met de hand of met een werktuig, beetpakken om te bewegen of te verplaatsen ; — (zegsw.) te vuil om met een tang aan te vatten, afzichtelijk vuil; 2. (fig.) (een tijd, een gelegenheid) aangrijpen, te baat nemen ; 3. (een werk, een bezigheid) beginnen, ter hand nemen: ...

2024-09-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanvatten

vatte -, h. -gevat (1 voorzichtig aanpakken; 2 beginnen; ondernemen): 1 de poot van de hond -; 2 iets verkeerd —, iets flink -; een werk -.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-09-11
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Aanvatten

van het wapen (floret bijv.) is bij schermen de eerste oefening van den aspirantschermer en vereischt eenige oefening. De floret moet zoo met de rechterhand worden aangevat, dat de greep in de handpalm ligt, met den bollen kant boven; de duim en wijsvinger moeten ongeveer een cm verwijderd zijn van de stootplaat. De overige vingers zijn gekromd om...