Aantrouwen
v., oantrouwe, oanboaskje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(trouwde aan, heeft aangetrouwd), door huwelijk verwant worden met; alleen het verl. deelw. is in gebruik; (gemeenz. zegsw.) aangetrouwd is aangedouwd.
J.H. van Dale (1898)
Aantrouwen - (trouwde aan, heeft aangetrouwd), door huwelijk verwant worden met, (gemeenzamer dan) aanhuwen. AANTROUWING, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: