aantrappen
aantrappen - Werkwoord 1. (ov) met een trapbeweging starten ♢ Hij moest de motor aantrappen voordat hij wilde starten. 2. (ov) aanstampen Woordherkomst [1] samenstelling van aan(bijwoord) en trappen(werkwoord) [2] samenstelling van aan(voorzetsel) en trappen(werkwoord)