Wat is de betekenis van Aanstoot?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanstoot

aanstoot - Zelfstandignaamwoord 1. een ergernis veroorzaken, zich aan iets ergeren Zit toch niet zo'n aanstoot te geven! Veel mensen nemen aanstoot aan naaktfoto's in de openbare ruimte. 2. een botsing, of iets met een bruuske beweging een zetj...

2024-04-25
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Aanstoot

Aanstoot, iets waaraan men zich stoot; (fig.) persoon of zaak die ergernis of morele verontwaardiging wekt. Steeds in de volgende uitdrukkingen. Aanstoot geven, morele ergernis opwekken. Aanstootgevend, ergerniswekkend, kwetsend. Aanstoot nemen aan, zich ergeren aan; als kwetsend beschouwen. Steen des aanstoots, iets waaraan men zich ergert, oor...

2024-04-25
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Aanstoot

Bewoner van een boerderij genaamd Aanstoot, die in de omgeving van Holten en Markelo in Overijssel gezocht moet worden. Ook elders is het toponiem bekend. Zoals 'den Aenstoet' (1337), het jachtslot van de hertogen van Gelre te Otterlo. Hiernaar noemde Roderic van den Aenstoet zich (1378). In Leiden was de familienaam Van den Aanstoot omstreeks 1800...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanstoot

aanstoot - zelfstandig naamwoord uitspraak: aan'stoot 1. waar je je aan ergert ♢ je geeft wel aanstoot met die korte rokken 1. een steen des aanstoots [wat hindernis of ergernis veroorzaakt] ...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanstoot

s., oanstjit; — aan iets nemen earne oer stroffelje.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanstoot

m., 1. het stoten of vallen van twee voorwerpen tegen elkander ; 2. (bijb.) struikelblok; oorzaak van een zedelijke val, aanleiding tot zonde ; 3. (fig.) ontstemming, ergernis : aanstoot geven; aanstoot aan iets nemen ; 4. een steen des aanstoots, oorzaak van ergernis ; 5. aanstoot lijden (of hebben), aangevall...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanstoot

m. (eig. stoot in deze bet. in onbruik; fig. oorzaak van ergernis, aanleiding tot zonde; ergernis): - geven; steen des -s (Bijbel, Jes. 8 : 14), reden tot ergernis; nemen aan, gehinderd zijn. Opm. - is iets zachter dan ergernis.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanstoot

('a:n) m. I. Eig. Veroud. het aanstoten (II 2). II. Metn. 1. lichte ergernis die men ondervindt bij iets dat aanstoot, dat tegen een gevoel aandruist, het kwetst : geven. zie: steen. 2, reden tot aanstoot (1) : een zijn; nemen aan iets. er zich aan ergeren. Syn. ergernis.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanstoot

aan'stoot, m., 2. het stoten of vallen van twee voorwerpen tegen elkaar; 2. (fig.) ontstemming, ergernis: — geven; — aan iets nemen; (bijbels) een steen des aanstoots, oorzaak van ergernis.