Wat is de betekenis van aanstaren?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanstaren

aanstaren - Werkwoord 1. (ov) langdurig aankijken Een man met een baard tegenover me zat me strak aan te staren; ik deed of ik het niet merkte. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en staren(werkwoord)

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanstaren

aanstaren - regelmatig werkwoord uitspraak: aan-sta-ren 1. strak aankijken ♢ die man zat me hinderlijk aan te staren Regelmatig werkwoord: aan-sta-ren ik staar aan (... ik aanstaar) ...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanstaren

v., oanstoarje; onbeschaamd — lyk yn ’e bek sjen; met open mond — bigapje (en bigouwe).

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanstaren

(staarde aan, heeft aangestaard), starend aanzien, met strakke blik aanschouwen (meestal als blijk van verwondering of begeerte).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanstaren

staarde -, h. -gestaard (strak starende, aankijken, aanzien); iem. -.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanstaren

('a:n) (staarde aan, heeft aangestaard) starend aankijken : hij stond hem met open mond aan te staren. Syn. zie: aanblikken.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanstaren

aan'staren (staarde aan, heeft aangestaard), starend aanzien, met strakke blik aanschouwen (meestal als blijk van verwondering of begeerte).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)