aanstappen
...
Van Dale Uitgevers (1950)
(stapte aan, heeft en is aangestapt), 1. met vaste, gelijkmatige schreden naderen; 2. met spoed of wel sneller voortstappen; 3. op iets of iem. aanstappen, zijn schreden daarheen richten; 4. bij iem. aanstappen, aangaan, hem bezoeken; 5. zekere afstand voortstappende afleggen: ik kan die weg in een uur aanstappen.
M. J. Koenen's (1937)
stapte -, h. en i. -gestapt (1 met spoed voortstappen; 2 stappend naderen); 1 stap wat -! 2 daar kwam grootje -! op iem. -; bij iem. -, even aanlopen.
Jozef Verschueren (1930)
('a:n) (stapte aan, aangestapt) I. (heeft) vlug(ger) stappen : toe, stap wat aan. Syn. zie: aanbenen. II. (is) 1. stappen naar : op zijn man -. 2. even aanlopen : bij iemand -. 3. stappend naderen : een haan kwam zeer tevreden aangestapt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
aan'stappen (stapte aan, heeft en is aangestapt), 1. met vaste, gelijkmatige schreden naderen; 2. met spoed of wel sneller voortstappen.
J.H. van Dale (1898)
Aanstappen - (stapte aan, heeft en is aangestapt), met vaste, gelijkmatige schreden naderen; sneller loopen, met spoed voorstappen; - op een huis, iem. aanstappen, zijne schreden daarheen richten; - bij iem. aanstappen, aangaan, bezoeken; zekeren afstand snel voortstappende afleggen: ik kan dien weg in een uur...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: