Wat is de betekenis van aanstaand?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

aanstaand

Het begrip aanstaand heeft 3 verschillende betekenissen: 1) eerstkomend. in de naaste toekomst volgend; eerstkomend; eerstvolgend. 2) toekomstig (van gebeurtenissen). in de komende tijd gebeurend; toekomstig. 3) toekomstig (van personen). in de komende tijd de hoedanigheid of functie vervullend van; toekomstig.

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanstaand

aanstáánd - Bijvoeglijk naamwoord 1. eerstvolgend, komend De volgende vergadering zal aanstaande maandag plaats vinden. De aanstaande moeder verwacht over één maand haar baby. De aanstaande president wordt mor...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanstaand

aanstaand - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: aan-staand 1. eerstvolgend ♢ aanstaand weekend ben ik weg 2. toekomstig ♢ dit is een aanstaande moeder Bijvoeglijk naamwoord: aan...

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanstaand

(a:n'sta:nd) bn. in de naaste toekomst: -e Vrijdag of Vrijdag -e. Syn. eerstkomend, eerstvolgend, ophanden, toekomend, volgend. Tgst. zie: verleden.aanstaande m. en v. (-n) verloofde : hij zal morgen zijn komen presenteren.