Wat is de betekenis van aanrukken?

2024-10-11
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-11
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanrukken

aanrukken - Werkwoord 1. komen 2. aanrukken op: naderen Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en rukken(werkwoord)

2024-10-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanrukken

(rukte aan, heeft en is aangerukt), I. overg., 1. met een ruk naar zich toe trekken; 2. door rukken op zijn plaats brengen, b.v. stukken geschut in linie plaatsen; II. onoverg. (van krijgstroepen) in gezwinde pas naderen; — (fig-) (van noodlottige gebeurtenissen) snel en dreigend naderen; — (scherts.) nog een fles laten aanrukken...

2024-10-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanrukken

rukte -, i. -gerukt (mil. naderen van troepen); - op; scherts, laat nog een fles. ophalen, brengen.

2024-10-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanrukken

('a:n) (rukte aan, aangerukt) I. (heeft) rukkend naderbrengen : een touw -. II. (is) 1. gezwind naderen : de vijand rukt aan. 2. dreigend naderbij komen : de -de rampen. 3. Scherts, ophalen, brengen : laat nog een fles -.

2024-10-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanrukken

aan'rukken (rukte aan, heeft en is aangerukt), I. overg., 1. met een ruk naar zich toe trekken; II. onoverg., (van troepen) snel naderen; (scherts.) nog een fles laten —, laten brengen.

2024-10-11
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanrukken

Aanrukken - (rukte aan, heeft en is aangerukt), met een ruk naar zich toe trekken; (krijgsw.) Aangerukt! bevel aan de stukrijders der artillerie, om de stukken in linie te plaatsen; (van krijgstroepen) in gezwinden pas naderen; (fig.) (van noodlottige gebeurtenissen) snel en dreigend naderen; (schertsend: spijs, drank en andere benoodigdhede...

2024-10-11
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)