aanrichten
aanrichten - Werkwoord 1. (ov) veroorzaken, met name van schade ♢ Die oplichter heeft al veel schade aangericht. ♢ De storm heeft veel schade aangericht. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en richten(werkwoord)
Wiktionary (2019)
aanrichten - Werkwoord 1. (ov) veroorzaken, met name van schade ♢ Die oplichter heeft al veel schade aangericht. ♢ De storm heeft veel schade aangericht. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en richten(werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
aanrichten - regelmatig werkwoord uitspraak: aan-rich-ten 1. de oorzaak zijn van de dingen die volgen ♢ de storm richtte veel schade aan Regelmatig werkwoord: aan-rich-ten ik richt aan (... ik aanricht)...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: