Wat is de betekenis van aanpreeken?

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanpreeken

Aanpreeken - (preekte aan, heeft aangepreekt), (deftiger dan) aanpraten; voortmaken met preeken.

2024-04-24
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Aanpreeken

zie Aanbevelen.