Wat is de betekenis van aanpappen?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

aanpappen

Het begrip aanpappen heeft 2 verschillende betekenissen: 1) contact zoeken. met iemand een omgang beginnen die door buitenstaanders niet netjes, ongepast of aanstootgevend bevonden wordt, hetzij omdat het gebeurt op een opdringerige, slijmende wijze, hetzij omdat het om iemand gaat die voor die omgang ongeschikt, te min of te hoog gegrepen g...

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aanpappen

(19e eeuw) (stud.) zie citaat. • Anpappen, (stud.) dichter bijeen gaan zitten, met bedoeling te blijven plakken. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanpappen

aanpappen - Werkwoord 1. ~ met (ongunstig, volks) omgang hebben met Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en pappen(werkwoord)

2024-04-19
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Aanpappen

Aanpappen - betekent momenteel omgang proberen aan te knopen met iemand, meestal met een materiële bijbedoeling. In de studententaal van de 19de eeuw betekende deze uitdr. oorspronkelijk: dichter bij elkaar gaan zitten, met de bedoeling te blijven plakken. Voorkomend in het werk van Kneppelhout.

2024-04-19
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

aanpappen

Aanpappen is het aan elkaar bevestigen van twee onderdelen klei door de oppervlakken zó vochtig te maken dat die papperig worden en daarna stevig tegen elkaar te drukken.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanpappen

(papte aan, heeft aangepapt), (gemeenz.) met iem. aanpappen, een gesprek, omgang met hem (trachten) aan (te) knopen (meest ongunstig).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanpappen

('a:n) (papte aan, heeft aangepapt) veelal Ong. in gesprek, in kontakt komen : met iemand -.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanpappen

aan'pappen (papte aan, heeft aangepapt), (gemeenz.) met iemand —, een gesprek, omgang met hem (trachten) aan (te) knopen (meestal ongunstig).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)