Wat is de betekenis van aanmeten?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aanmeten

(1913) (oorspr. stud.) aanschaffen, huren. Werd in eerste instantie gebruikt m.b.t. kleding. • Laat je 'n auto aanmeten: huur 'n auto. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913) • Deze fraai gelegen villa in zijn geboorteplaats Sequalla in Noord-Itali&eu...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanmeten

aanmeten - Werkwoord 1. (ditr) de maat nemen voor Hem werd een splinternieuw pak aangemeten. Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en meten(werkwoord)

2024-04-19
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Aanmeten

Aanmeten - zich een auto aanmeten: een auto huren.

2024-04-19
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

aanmeten

(ov ww; mat aan; h. aangemeten) - het op persoonlijke maat (laten) maken van een set golfclubs op basis van lichaamsbouw, swingtechniek en de sterke en zwakke punten in het spel. • Meten is weten. (...) De specificaties voor een maatset omvatten niet alleen lengte, balans, gripdikte en flexibiliteit, maar ook keuzes uit de meest geschikte combinati...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanmeten

v., oanmjitte; tem. een pak immen in pak klean mjitte.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanmeten

(mat aan, heeft aangemeten), 1. de maat nemen voor een te maken kledingstuk; — een aangemeten kostuum (in tegenst. tot confectie); 2. (scherts.) zich (laten) aanmeten, aanschaffen : hij heeft zich een villa laten aanmeten; 3. (geodesie) de afstanden bepalen waarop piketten moeten worden geslagen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanmeten

('a:n) (mat aan, heeft aangemeten) de maat nemen voor een kledingstuk : iemand een overjas -.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanmeten

aan'meten (mat aan, heeft aangemeten), 1. de maat nemen voor een te maken kledingstuk; een aangemeten kostuum (in tegenstelling tot confectie); 2. (scherts.) zich (laten) —, aanschaffen: hij heeft zich een villa laten —, gekocht; zich een bevoegdheid —, aanmatigen; zich een oordeel —; 3. (geodesie) de afstanden bepalen waarop piketten moeten worden...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)