aanmeten
(1913) (oorspr. stud.) aanschaffen, huren. Werd in eerste instantie gebruikt m.b.t. kleding. • Laat je 'n auto aanmeten: huur 'n auto. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913) • Deze fraai gelegen villa in zijn geboorteplaats Sequalla in Noord-Itali&eu...