Wat is de betekenis van aanloop?

2024-04-24
Bouwkundige termen

verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aanloop

(1969) (ton.) inleiding, begin van een voorstelling. • Men kijkt tegen een wand, de buitenmuur van een huis, deze wand wordt door-licht en men krijgt een doorkijk in een huiskamer van een gegoede burger aan het begin van onze eeuw, het geheel wordt opgetrokken en men zit midden in de situatie, men is toeschouwer. Aldus de bijzonder aardige aan...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanloop

aanloop - Zelfstandignaamwoord 1. het op gang komen Hij had een lange aanloop nodig, maar toen hij eenmaal aan het werk was ging het vlotjes tot het af was. 2. (techniek) het op toeren komen van een aandrijfmotor, machine etc. Een elektromotor heeft maar een ko...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanloop

aanloop - zelfstandig naamwoord uitspraak: aan-loop 1. korte snelle loop vóórdat je springt of iets gooit ♢ Finn nam een aanloop en sprong over de sloot 2. herhaald bezoek dat vaak komt ♢ we heb...

2024-04-24
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

aanloop

(de; aanlopen) SP korte versnel de loop die de sport(st)er doet als hij springen of iets werpen wil.

2024-04-24
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Aanloop

Aanloop - inleiding, begin van een voorstelling. In die grote theaters weet je pas hoe je er bij staat. Als je na de aanloop niet vol zit wordt het pijnlijk. - Vrij Nederland 24.8.1985 ​

2024-04-24
Bierwoordenboek

Bierwoordenboek.nl (2017)

Aanloop

Aanloop is de eerste filtratievloeistof, die aan het begin van het filtratieproces uit de klaringskuip komt. Omdat de bostel zich nog niet gestabiliseerd heeft is de eerste vloeistof troebel en wordt opnieuw aan de klaringskuip toegevoegd om nogmaals gefiltreerd te worden.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aanloop

vinnige, inleidende loop; strook grond daarvoor; inleiding; aangeloop; aanstap; in die verbygaan besoek.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanloop

s., (oan)rin; (bezoek), oanrin (oan)flecht; met een(bij het slootjespringen), mei de rin; zonder —, stilstâns, stilstântsjes, fûotstans; met een vlugge(bij lopen over zwak ijs) mei in pluijer.