Wat is de betekenis van aankomst?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aankomst

aankomst - Zelfstandignaamwoord 1. de bestemming bereiken, het aankomen De aankomst van de vluchtelingen was een heel mediaspektakel. Woordherkomst Naamwoord van handeling van aankomen met het achtervoegsel -st Uitdrukkingen en gezegden ♦ op zo'n 300...

2024-04-20
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Aankomst

Aankomst - einde van de wedstrijd; de eindstreep; het arriveren bij het eindpunt van de wedstrijd.

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aankomst

aankomst - zelfstandig naamwoord uitspraak: aan-komst 1. het arriveren ♢ bij aankomst bleek dat we veel te laat waren Zelfstandig naamwoord: aan-komst de aankomst

2024-04-20
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

aankomst

Einde van de wedstrijd; de eindstreep; het arriveren bij het eindpunt van de wedstrijd. Dat tijdens de aankomst in Meerssen geen ongelukken gebeurden, was een wonder. Renners en vooral sprinters zijn gelukkig behendig genoeg om obstakels te ontwijken. (NRC Handelsblad, 23/04/1990)

2024-04-20
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

aankomst

→ finish (1)

2024-04-20
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Aankomst

Men laat een levensperiode achter zich, men hoopt op rust en een evenwichtig karakter. De aankomst wijst tevens op een nieuw begin, mogelijk ook op een verandering naar het goede. (Zie ook ‘Spoorweg’, ‘Reis’).

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aankomst

s., oankomst, oankommen (it).

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aankomst

v. 1., het aankomen, het bereiken ener plaats ; 2. (recht.) verkrijging, verwerving; titel van aankomst, titel van verkrijging, inz. eigendomstitel.