Wat is de betekenis van aanklamper?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aanklamper

(1992) (wielr.) renner die probeert aan te klampen*. • In de wielersport wordt het spel zeker in eendagswedstrijden hoogst zelden volgens het voorziene scenario gespeeld. Zoals het in het cyclisme ook levensgevaarlijk is wielrenners af te schrijven, zolang ze nog actief zijn. Freddy Maertens (wereldkampioen in 1976 en '81) was elf jaar geleden...

2024-04-19
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

aanklamper

Renner die probeert aan te klampen. Verschillende aanklampers, onder wie De las Cuevas, Peulnikov en Zulle konden de extra inspanning niet verteren en moesten lossen. (Algemeen Dagblad, 20/07/1994)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanklamper

Aanklamper - m. (-s). AANKLAMPING, v. (-en). AANKLAMPSTER, v. (-s).

2024-04-19
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Aanklamper

z.n. - Hy die aanklampt.

Gerelateerde zoekopdrachten